Stadstour Paramaribo
Door: Rieny
Blijf op de hoogte en volg Peter en Rieny
25 Februari 2014 | Suriname, Paramaribo
Gister hebben we een stadstour gedaan met Cynthia Mcleod (schrijfster van 'hoe duur is de suiker'). De start was bij Fort Zeelandia. Op het fort staat een jaartal. Het blijkt dat het jaartal niet de leeftijd van het fort aangeeft, maar het jaartal dat het is veroverd door de provincie Zeeland op de Engelsen. Toen is de naam van het fort gewijzigd in Zeelandia. Om de vrede met de Engelsen weer te herstellen is Suriname geruild voor Manhattan. Die ruil was dus niet vrijwillig zoals ik altijd heb gedacht. Verder vertelde ze dat Nederland slechts 5 % van alle slaven heeft verhandeld. De Engelsen, Fransen, Portugezen en Spanjaarden hadden een veel groter aandeel hierin. Zelfs Denemarken heeft slaven verhandeld. Ook dat wist ik niet. We liepen verder naar De waterkant. Hier liet ze ons zien dat alle huizen aan De waterkant zuilen en balkons hebben. Mw. Mc Leod legde uit dat er een hele grote brand is geweest. Na die brand heeft een architect een nieuw ontwerp gemaakt. Omdat hij veel in het zuiden van Amerika was geweest, was hij beinvloed door de bouwstijl daar. De plantagehuizen daar hebben ook zuilen en balkons. Toen er eenmaal een huis was gebouwd in die stijl, wou iedereen zo'n huis. We zijn doorgelopen naar het Gouvernementsplein, naar het beeld van Pengel en Lachman. Door naar de Lim a pohstraat. Dat is echt een prachtige straat. In de Gravenstraat zijn we even de kathedraal in geweest. Dit is mijn derde keer Suriname, maar de eerste keer dat we hier naar binnen konden. De hele kerk is van binnen van cederhout, prachtig. Bij het bouwen is er geen spijker aan te pas gekomen. Bij de hervormde kerk legde ze uit hoe het is gekomen dat de vloer van de kerk uit grafstenen bestaat. De steen van Suzanne Du Plessis daar zit een scheur in. Volgens een oud verhaal komt dit omdat de bliksem is ingeslagen en men denkt dat dit de straf van god is. Mw. Mc Leod vond dat ietwat ongeloofwaardig. Als god deze vrouw had willen straffen, had ie zeker niet gewacht tot ze in haar graf lag. Daar had ze wel een punt! Peter vroeg nog waar de slavenboten gingen aanleggen. Of dat bij de marinetrap was. Mw. Mc Leod kreeg bijna een rolberoerte. Nee absoluut niet bij de marinetrap. Zover mochten de slavenboten niet komen. Bij de Van Sommelsdijckkreek moesten ze uitladen. De slavenboten stonken nl. heel erg. Daar komt de uitdrukking 'een uur in de wind stinken' ook vandaan. En uiteraard hadden de rijke mensen op de waterkant daar geen zin in. Dat er bakstenen als balast meegingen naar Suriname dat wist ik al. Maar dat dat speciaal was voor schepen, die de suiker, koffie en cacao vervoerden, dat wist ik niet. Deze spullen konden niet vervoerd worden door een slavenschip. De stank zou in de koffie en suiker gaan zitten en onbruikbaar zijn. De schepen die stenen hadden vervoerd, die konden deze spullen wel meenemen. Aan het einde van de tour, gingen we met de groep op een stenen trap zitten. We kregen van mevrouw Mc Leod nog een glaasje Fernandez met een koekje en dat was het. Als je in Suriname bent en je hebt deze tour nog nooit gedaan, dan moet je dat zeker doen. Ik vond het super!