Galibi
Door: Rieny
Blijf op de hoogte en volg Peter en Rieny
09 Maart 2014 | Suriname, Paramaribo
Maandag hebben we bij oom Wim gegeten. Hij noemt Peter altijd Peten en Tabitha noemt hij Sabitha. Ook gebruikt hij woorden als wrevelig, fuiven, slaapjurk en begravenplaats. En de uitdrukking 'hij was als koek' moest ik aan Peter en Tabitha uitleggen. Dat snapte ik wel. Kortom, het was supergezellig bij oom Wim. Judith, z'n dochter kwam af en toe even meepraten, tussen haar werk door, en met haar kun je ook vreselijk lachen. Ze heeft een harde 'Surinaamse' lach, je moet dan wel meelachen. De volgende dag hebben we oom Wim opgehaald om mee te gaan naar de oude school van Peter en het huis waar hij geboren is. s' Avonds hebben we Thais gegeten bij The Garden of Eden. Ze hebben een prachtige tuin met metershoge bamboe, tuinfakkels en een perfecte bediening. Dit was echt een avondje uit. Donderdag was onze trip naar Galibi. Via Commewijne gingen we richting Albina. Een drinkstop bij Stolkerts IJver en in Albina gingen we in een boot naar St. Laurent in Frans Guyana. Hier hebben we rondgelopen, delen van de gevangenis gezien. Had voor mij niet gehoeven. Ik vond het helemaal niks. Vervolgens stapten we weer op de boot richting Galibi. Ruim een uur en kwartier varen, en daar krijg je een houten kont van! Onze regencapes moesten ons beschermen tegen opspattend boegwater. Het strand daar is prachtig. Er spoelt echter veel rommel aan. Elke dag moet dat opgeruimd worden. Onze slaapplaatsen werden verdeeld. Het betreft eenvoudige accommodatie. Wij werden echter in een palmen bladeren hut gezet, zonder deuren en ramen. Hier heeft Peter even iets van gezegd en toen werd er gewisseld met enkele Belgische stagiaires. We hadden nu een gewone kamer met deur en ramen, gordijnen en klamboes. Goed geregeld. Er waren twee douches en 2 toiletten, wel heel eenvoudig allemaal. Maar prima genoeg. In onze groep was een vrouw die alleen reisde. Ze was een enorme betweter, dus Tabitha en ik hebben haar een beetje gemeden. Heb ik geen zin in op vakantie. Zo was er ook nog iemand mee, die de gids een beetje meehielp. Dennis heette die. Hij had zich helemaal vastgeklampt aan Peter. Het ene verhaal was nog sterker dan het andere verhaal. Na het eten ( en dat was superlekker, paksoi, kouseband, rijst en kip) gingen we met de boot verder richting zee om schildpadden te spotten. Al vrij snel moesten we uit de boot. Heel gek dat het zo donker is. De Indiaanse gidsen die meewaren, gingen bij de schildpad checken. Wij moesten verderop wachten, tot het legproces ietsje verder gevorderd was. Op een gegeven moment mochten we komen kijken. We waren echter te laat, want ze was al klaar met eieren leggen. Ze was het nest alweer aan het dichtmaken met haar achterpoten. Ze was flink met zand aan het gooien! Dit was een soepschildpad en die hebben altijd van die mooie ogen. Op een gegeven moment gaat ze verder met haar voorpoten en dat is nog heftiger. Daarna keert ze zich om en gaat terug naar zee. Dat laatste vind ik een geweldig gezicht! Vooral als er bijna genoeg water is om weer snelheid te maken....en weg is ze. Prachtige ervaring. We gingen verder varen naar een ander strand. Omdat dit dichter bij zee was, was het water hier veel ruwer. Iedereen is dan ook doornat geworden. Ook bij het volgende strand moesten we weer wachten. Toen we gingen kijken, bleek dat de schildpad na het eerste gat nog een gat had gegraven. De ondergrond was te hard, daarom deed ze een tweede poging. Bij de tweede poging heeft ze echter een jong palmboompje losgegraven en die is bovenop haar gevallen. Daarop heeft ze zich omgedraaid en ging terug naar zee, zonder eieren te hebben gelegd. Ik vond dat niet erg, want dit was toch al een bijzondere ervaring. De boottocht vond ik wel heel erg eng. Het is maar een klein bootje en je ligt heel diep in het water. Af en toe schommel je zo erg, dat je denkt dat het water gaat maken. Die indianen zijn echter heel erg kundig en om 1 uur in de nacht werden we veilig afgezet op het strand. Omdat er van 7 tot 10 electriciteit is, was het overal donker. Echt kamperen dus. De volgende dag gingen we het schooltje bezoeken halverwege Christiaanskondre en Langamanskondre met allemaal schattige Indiaanse kindertjes. Daarna in de boot en weer terug naar Albina. In Moengo, aan de oever van de Cotticarivier hebben we geluncht en om half 6 waren we terug in de stad. Helemaal kapot, maar met een geweldige ervaring erbij.